NJ 1977, 484
HvJ EG, 30-11-1976, nr. 42/76
HvJ EG 30-11-1976, ECLI:EU:C:1976:168, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
30 november 1976
- Magistraten
Kutscher, Donner, Pescatore, Mertens De Wilmars, Sorensen, Mackenzie Stuart, O’ Keeffe
- Zaaknummer
42/76
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AC5828
- JCDI
JCDI:ADS144346:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1976:168, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 30‑11‑1976
- Wetingang
Essentie
Tenuitvoerlegging van Belgisch vonnis in Nederland.
Samenvatting
EG Hof: De bepalingen van het EEG-Executieverdrag staan eraan in de weg dat de partij, die in een verdragsluitende Staat een rechterlijke beslissing te zijnen gunste heeft verkregen die in een andere verdragsluitende Staat van het verlof tot tenuitvoerlegging als bedoeld in art. 31 Verdrag kan worden voorzien, bij de rechter van die andere Staat veroordeling van zijn tegenpartij vordert tot datgene waartoe deze in eerstgenoemde Staat is veroordeeld. (Voor arrest Hoge Raad 7 mei 1976 zie NJ 1976, 455.)
Hoge Raad: De uitlegging die, volgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.