NJ 1976, 455
HR, 07-05-1976
HR 07-05-1976, ECLI:NL:HR:1976:AD4013
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 mei 1976
- Magistraten
Wiarda, Minkenhof, Drion, Koster, Haardt
- Zaaknummer
[1976-05-07/NJ_55925]
- LJN
AD4013
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1976:AD4013, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑05‑1976
- Wetingang
EEX-Verdrag 1968 art. 31
Essentie
Verzoek van de Hoge Raad aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen om uitspraak te doen over de uitlegging van art. 31 Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken op 27 september 1968 te Brussel tot stand gekomen tussen de Lid-Staten van de EEG.
Samenvatting
Vraag of art. 31 Verdrag er, al of niet in verband met andere bepalingen van dat Verdrag, aan in de weg staat, dat de eiser, die in een verdragsluitende Staat een beslissing te zijnen gunste heeft verkregen die in een andere verdragsluitende Staat van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.