RvdW 2022/1053
Algemene voorwaarden. Terhandstellingsplicht (art. 6:234 BW); bekendheidsuitzondering; toedoen gebruiker vereist? Procesrecht; devolutieve werking.
HR 11-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1599
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
21/01286
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1599, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:388, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑04‑2020
- Wetingang
Art. 6:233, 6:234 BW; art. 343 Rv
Essentie
Algemene voorwaarden. Terhandstellingsplicht (art. 6:234 BW); bekendheidsuitzondering; toedoen gebruiker vereist? Procesrecht; devolutieve werking.
Samenvatting
Art. 6:233, aanhef en onder b, BW bepaalt dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen, als bedoeld in art. 6:234 BW. Een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg van art. 6:234 BW brengt mee dat aan de strekking van de in die bepaling vervatte regeling eveneens recht wordt gedaan, indien de wederpartij zich tegenover ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.