Gst. 2003, 150
Rb. Alkmaar, 16-06-2003, nr. GEMWT03/592
Rb. Alkmaar 16-06-2003, ECLI:NL:RBALK:2003:AG1672, m.nt. L.J.J. Rogier
- Instantie
Rechtbank Alkmaar
- Datum
16 juni 2003
- Magistraten
mr. M. Zijp
- Zaaknummer
GEMWT03/592
- Noot
L.J.J. Rogier
- LJN
AG1672
- JCDI
JCDI:ADS882869:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBALK:2003:AG1672, Uitspraak, Rechtbank Alkmaar, 16‑06‑2003
- Wetingang
Gem.w art. 151b; APV Den Helder art. 2.1.1.3; Wet Wapens en Munitie 1986 art. 50 lid 3; Wet Wapens en Munitie 1986 art. 51 lid 3; WWM art. 52 lid 3; Awb art. 1:2; Awb art. 8:81; Awb art. 8:84
Essentie
Burger geen belanghebbende bij besluit tot aanwijzing veiligheidsrisicogebied. Bevelsbevoegdheid officier van justitie maakt bestuursrechtelijke rechtsbescherming onmogelijk. (Den-Helder)
Samenvatting
De voorzieningenrechter stelt vast dat gelet op de wet zoals deze thans luidt, het enige rechtsgevolg van het besluit van verweerder tot aanwijzing als veiligheidsrisicogebied is dat de officier van justitie hierdoor de bevoegdheid krijgt om te gelasten dat in die gebieden, kort gezegd, preventief mag worden gefouilleerd. Eerst wanneer de officier van justitie ook werkelijk een last tot preventief fouilleren zal doen uitgaan, zal verzoekster met de gevolgen van het besluit tot aanwijzing als veiligheidsrisicogebied worden geconfronteerd. Hieruit volgt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.