267 Algemeen

Verweerder kan heroverweging vragen van de op het eerste gezicht aangenomen rechtsverhouding (een bevrijdend verweer). Het rechtsgevolg waarop eiser een beroep doet, is te zien als de hoofdregel; het beroep van verweerder als een uitzondering hierop. Tot het moment dat aan de stelplicht van verweerder is voldaan, kan haar wederpartij zich beroepen op de in beginsel tussen partijen bestaande regel. Bij slagen van de uitzondering treedt het eerstgenoemde rechtsgevolg niet in. De rechter mag een verweer op grond van een heroverweging niet ambtshalve opwerpen. De feiten en omstandigheden die voor de heroverweging van belang zijn, dienen door verweerder te worden gesteld en kunnen gemotiveerd worden weersproken door de wederpartij. De beoordeling vereist een juridische waardering; de rechter geeft een rechtsoordeel. De kwalificatie van bepaalde omstandigheden is verweven met waarderingen van feitelijke aard. Bij de beoordeling van deze bevrijdende verweren moet terughoudendheid worden betracht. Voorbeelden zijn een beroep op een rechtvaardigingsgrond, misbruik van bevoegdheid, de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid en rechtsverwerking.