RvdW 2011/905
Ontbindingsverklaring niet gerechtvaardigd. Ontbreekt zonder ontbinding een toereikende grondslag voor vergoeding van het positief contractsbelang?
HR 08-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1684 (G4 Beheer/Hanzevast Beleggingen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2011
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/00006
- Conclusie
A-G Wissink
- LJN
BQ1684
- Roepnaam
G4 Beheer/Hanzevast Beleggingen
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ1684, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ1684, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑11‑2009
- Wetingang
Essentie
Ontbindingsverklaring niet gerechtvaardigd. Ontbreekt zonder ontbinding een toereikende grondslag voor vergoeding van het positief contractsbelang?
Beslist de rechter dat de ontbindingsverklaring niet gerechtvaardigd was, dan staat daarmee in beginsel niet alleen vast dat de overeenkomst partijen nog steeds bindt, maar ook dat de ontbindingsverklaring heeft geleid tot verzuim van de partij die deze verklaring aflegde. De wederpartij kan bestrijden dat de ontbindingsverklaring gerechtvaardigd was, maar zich erbij neerleggen dat degene die de ongerechtvaardigde ontbindingsverklaring heeft uitgebracht de overeenkomst niet meer uitvoert; de wederpartij zal dan ook van haar zijde de overeenkomst niet (verder) uitvoeren. In een zodanig geval ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.