NJF 2005, 286
Onrechtmatige daad. Produktenaansprakelijkheid. Bewijslastverdeling. In deze zaak, die parallel loopt met andere aanhangige zaken, hebben 15 vrouwen een procedure aangespannen tegen Organon inzake het voorbehoedmiddel Implanon.
Rb. 's-Hertogenbosch 15-06-2005, ECLI:NL:RBSHE:2005:AT7353
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
15 juni 2005
- Magistraten
Mrs. J.J.H. Bruggink, S. Riemens, P.P.M. van Reijsen
- Zaaknummer
98033/HAZA03-1442
- LJN
AT7353
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSHE:2005:AT7353, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 15‑06‑2005
- Wetingang
BW art. 6:185; BW art. 6:188; Rv art. 150
Essentie
Onrechtmatige daad. Produktenaansprakelijkheid. Bewijslastverdeling. In de onderhavige zaak, die parallel loopt met andere aanhangige zaken, hebben 15 vrouwen een procedure aangespannen tegen Organon inzake het voorbehoedmiddel Implanon. De grondslag voor de vordering jegens Organon is gebaseerd op de zogenaamde productenaansprakelijkheid ex art. 6:185 e.v. BW; de vorderingen die gericht zijn tegen de artsen die Implanon hebben ingebracht zijn gebaseerd op een beroepsfout; deze artsen hebben vervolgens Organon in vrijwaring opgeroepen. In alle genoemde zaken heeft de rechtbank soortgelijke overwegingen en beslissingen (op)genomen. Opmerkelijk is de bewijslastverdeling die door de rechtbank gegeven wordt omdat er sprake is van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.