NJ 2021/64
Wet zorg en dwang (Wzd). Verzoek machtiging tot voortgezet verblijf (art. 24 Wzd) ingediend na verstrijken geldigheidsduur voorafgaande machtiging; verlening machtiging voor twee jaar (art. 39 lid 5 Wzd)? Aftrek periode verblijf zonder machtiging.
HR 12-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:227
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2021
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/03441
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS256246:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:227, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1219, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑10‑2020
- Wetingang
Essentie
Wet zorg en dwang (Wzd). Verzoek machtiging tot voortgezet verblijf (art. 24 Wzd) ingediend na verstrijken geldigheidsduur voorafgaande machtiging; verlening machtiging voor twee jaar (art. 39 lid 5 Wzd)? Aftrek periode verblijf zonder machtiging.
Samenvatting
In de totstandkomingsgeschiedenis van art. 39 Wzd zijn geen aanwijzingen te vinden dat de wetgever verlening van een opvolgende machtiging als bedoeld in art. 39 lid 5 Wzd heeft willen uitsluiten voor een geval waarin het daartoe strekkende verzoek na afloop van de geldigheidsduur van de voorgaande machtiging is ingediend, maar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.