WR 2018/51
Verhuis- en inrichtingskosten – dringend eigen gebruik bedrijfsruimte: goodwillvergoeding valt niet onder verhuis- en inrichtingskosten
HR 16-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:209
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 februari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/00345
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:209, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1333, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2017
- Wetingang
(art. 7:297 lid 1 en art. 7:296 lid 1 onder b BW)
Essentie
Verhuis- en inrichtingskosten – dringend eigen gebruik bedrijfsruimte: goodwillvergoeding valt niet onder verhuis- en inrichtingskosten
Samenvatting
De tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in art. 7:297 BW heeft geen betrekking op de eventuele goodwill die de huurder zou moeten betalen bij de verkrijging ‘going concern’ van een nieuwe bedrijfslocatie. Art. 7:297 lid 1 BW bepaalt dat de rechter een bedrag kan vaststellen dat de verhuurder moet betalen aan de huurder “ter tegemoetkoming in diens verhuis- en inrichtingskosten”. De bepaling geeft niet een algemene bevoegdheid tot toekenning van een schadeloosstelling in verband met het betrekken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.