Einde inhoudsopgave
Procesreglement scheiding
Bijlage 1 Controlelijst (echt)scheidingsverzoekschriften
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Redactionele toelichting
Wijzigingen ten opzichte van eerdere teksten gelden slechts voor nadien aangevangen procedures en wat lopende procedures betreft voor de proceshandelingen die nadien nog worden verricht. De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
29-12-2023, Stcrt. 2023, 32891 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-2023, Stcrt. 2023, 32891 (uitgifte: 29-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Bij controle bleek het verzoekschrift niet te zijn voorzien van de hieronder aangekruiste informatie c.q. stukken:
- 1.
verzoekschrift in ............voud
- 2.
naam, voornamen verzoek(st)er
- 3.
BRP-uittreksel verzoek(st)er (met vermelding van alle nationaliteiten en, in het geval van artikel 2.2, laatste zin, vermelding van de verblijfsduur in Nederland). Als het BRP-uittreksel niet alle nationaliteiten vermeldt, dan dient een ander bewijsstuk van de nationaliteit te worden overgelegd
- 4.
naam en adres advocaat verzoek(st)er
- 5.
naam, voornamen echtgeno(o)t(e)
- 6.
BRP-uittreksel echtgeno(o)t(e) (met vermelding van alle nationaliteiten)
- 7.
naam, voornamen en het BSN van ieder minderjarig kind van partijen tezamen of van één van hen (in een aparte brief die tegelijk met het verzoekschrift aan de rechtbank wordt gestuurd, of door overlegging van kopieën van identiteitsbewijzen waarop het BSN staat vermeld. Deze brief/kopieën maken geen deel uit van de processtukken en worden niet aan de andere partij(en) gestuurd).
- 8.
gedateerd(e) en gewaarmerkt(e) afschrift(en) van de akte van geboorte van iedere minderjarige (zie ook artikel 2.2)
- 9.
woonplaats/werkelijke verblijfplaats van iedere minderjarige
- 10.
gedateerd en gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (zie ook artikel 2.2)
- 11.
(voor zover nodig naast de in punten 3 en 6 bedoelde stukken) stukken waaruit blijkt:
- a.
dat beide echtgenoten Nederlander zijn (geen kopie paspoort)
- b.
dat één der echtgenoten sedert twaalf maanden of indien hij/zij Nederlander is sedert zes maanden woonplaats heeft in Nederland
- c.
sedert wanneer de echtgeno(o)t(e), die niet de Nederlandse nationaliteit heeft, woonachtig is in Nederland
- 12.
ingeval van ontbinding na scheiding van tafel en bed: een authentiek afschrift van de beslissing van scheiding van tafel en bed, alsmede het bewijs van inschrijving van de beschikking in het huwelijksgoederenregister
- 13.
het ouderschapsplan in drievoud, waaronder het origineel (zie ook artikel 2.2)
- 14.
het echtscheidingsconvenant – dan wel een anderszins onderling getroffen regeling – in drievoud, waaronder het origineel (zie ook artikel 2.2)
- 15.
relevante omstandigheden voor de bepaling van het toepasselijk huwelijksvermogensrecht
- 16.
een uitgebreidere onderbouwing van het verzoek tot afwijking van gezamenlijk gezag (in geval van eenzijdig verzoek dient de uitgebreidere motivering betekend te worden aan de niet verschenen echtgeno(o)t(e) een en ander met inachtneming van hoofdstuk 4)
- 17.
overige: ...................................................................................................
U wordt verzocht de aangekruiste stukken of vermeldingen alsnog zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór afloop van de verweertermijn/uiterlijk vier weken na dagtekening van deze lijst in één keer aan te vullen. Het vorenstaande laat onverlet de eigen verantwoordelijkheid van verzoek(st)er om zijn/haar stellingen te onderbouwen.
Wanneer na afloop van de gegeven termijnen wordt geconstateerd dat de gevraagde vermeldingen c.q. stukken niet zijn ontvangen zonder dat daarvoor vóór afloop van genoemde termijnen schriftelijk klemmende redenen zijn aangevoerd, kan verzoek(st)er – voor zover het vermeldingen c.q. stukken betreffen genoemd onder punten 1 tot en met 17 – niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.
Indien niet tijdig schriftelijk klemmende redenen zijn aangevoerd, wordt er van uitgegaan dat verzoek(st)er geen prijs stelt op een mondelinge behandeling.
Datum ............................................... De griffier ................................................