JWB 2011/249
Griffierecht, tijdige betaling
HR 29-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ3006 (De Rooij/Hagenaars)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 april 2011
- Zaaknummer
11/01104
- LJN
BQ3006
- Roepnaam
De Rooij/Hagenaars
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1401, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:294, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2014
ECLI:NL:HR:2011:BQ3006, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ3006, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑2011
- Wetingang
Art. 3 lid 3 Wet griffierechten burgerlijke zaken; art. 56a Wet griffierechten burgerlijke zaken; art. 409a lid 2 Rv
Essentie
Griffierecht, tijdige betaling
Samenvatting
Casus
De eiser tot cassatie heeft bij een exploot van dagvaarding van 12 januari 2011 beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De dagvaarding is uitgebracht tegen 11 maart 2011 en op die dag ter rolle van de enkelvoudige kamer uitgeroepen en uitgebracht.
Rechtsvraag
Centraal staat de vraag of de eiser tot cassatie tijdig het verschuldigde griffierecht heeft betaald.
Beslissing
De Hoge Raad overweegt dat ingevolge art. 56a lid 1 WGBZ art. 3 WGBZ van toepassing is in zaken die bij een dagvaarding worden ingesteld en waarin in die zaken de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.