NJ 2005, 278
Weigering overlevering. Belangenafweging inzake afzien weigering overlevering op grond van art. 13 Overleveringswet OM te algemeen geformuleerd waardoor beoordeling van de redelijkheid van de vordering niet naar behoren kon plaatsvinden.
Rb. Amsterdam 01-04-2005, ECLI:NL:RBAMS:2005:AT3380
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
1 april 2005
- Magistraten
Mrs. E.D. Bonga-Sigmond, A.J.R.M. Vermolen, P.B. Martens
- Zaaknummer
13097278-2004
- LJN
AT3380
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2005:AT3380, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 01‑04‑2005
- Wetingang
Overleveringswet art. 13
Essentie
Weigering overlevering. Belangenafweging inzake afzien weigering overlevering op grond van art. 13 Overleveringswet OM te algemeen geformuleerd waardoor beoordeling van de redelijkheid van de vordering niet naar behoren kon plaatsvinden.
Uitspraak
(Post alia:)
De weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 van de Overleveringswet
Uit de stukken blijkt dat de feiten waarvoor de Oostenrijkse justitie de opgeëiste persoon wil vervolgen deels in Nederland, zijn gepleegd. Artikel 13, eerste lid onder a en b van de OLW verbiedt in dat geval de overlevering.
Op grond van het tweede lid van genoemd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.