Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 36 Spoorwegpersoneel
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Het Bureau verricht de relevante taken met betrekking tot spoorwegpersoneel als vermeld in de artikelen 4, 22, 23, 25, 28, 33, 34, 35 en 37 van Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (1).
2.
Het Bureau kan door de Commissie worden verzocht andere taken met betrekking tot spoorwegpersoneel te verrichten overeenkomstig Richtlijn 2007/59/EG alsmede aanbevelingen te verstrekken met betrekking tot spoorwegpersoneel dat veiligheidstaken verricht die niet onder Richtlijn 2007/59/EG vallen.
3.
In het kader van de in de leden 1 en 2 bedoelde taken raadpleegt het Bureau de nationale autoriteiten die bevoegd zijn voor aangelegenheden met betrekking tot spoorwegpersoneel. Het Bureau kan de samenwerking tussen die autoriteiten bevorderen, onder meer door bijeenkomsten met hun vertegenwoordigers te beleggen.
Voetnoten
Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).