Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.2 [Taken NPO]
Geldend
Geldend vanaf 02-11-2016
- Bronpublicatie:
26-10-2016, Stb. 2016, 388 (uitgifte: 01-11-2016, kamerstukken: 34459)
16-03-2016, Stb. 2016, 114 (uitgifte: 30-03-2016, kamerstukken: 34264)
- Inwerkingtreding
02-11-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2016, Stb. 2016, 389 (uitgifte: 01-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
26-10-2016, Stb. 2016, 389 (uitgifte: 01-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
Stichting Nederlandse Publieke Omroep is het sturings- en samenwerkingsorgaan voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau, bedoeld in artikel 2.1.
2.
Naast de andere taken die de NPO heeft op grond van deze wet, is zij belast met:
- a.
het geven van sturing en het bevorderen van samenwerking met het oog op de uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau;
- b.
de coördinatie en ordening op en tussen de aanbodkanalen van het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst;
- b1.
het zorgdragen voor de publieksbetrokkenheid bij de invulling van het media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst;
- c.
de vertegenwoordiging van de landelijke publieke media-instellingen in internationale organisaties op het gebied van media en de medewerking aan de oprichting van dergelijke organisaties;
- d.
het in samenwerking met buitenlandse omroepinstellingen meewerken aan Europees media-aanbod dat mede op het Nederlandse publiek is gericht;
- e.
het beschikbaar stellen van media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst aan het buitenland;
- f.
het behartigen van zaken die van gemeenschappelijk belang zijn voor de landelijke publieke mediadienst en de landelijke publieke media-instellingen, waaronder de coördinatie van het verwerven, beheren en gebruiken van rechten op media-aanbod en de daaraan verbonden namen en merken;
- g.
het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten en het vaststellen van normen voor de honorering van freelancers, mede in naam van de landelijke publieke media-instellingen;
- h.
de bekostiging van de landelijke publieke media-instellingen, op basis van de door Onze Minister beschikbaar gestelde gelden;
- i.
het zorgdragen voor een doelmatige inzet van de gelden die bestemd zijn voor de verzorging en verspreiding van het media-aanbod en het bevorderen van geïntegreerde financiële verslaglegging en verantwoording;
- j.
het inrichten, in stand houden, beheren en exploiteren en regelen van het gebruik van organen, diensten en faciliteiten, waaronder studio's en distributie-infrastructuren, die nodig zijn voor een goede uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau;
- k.
het verspreiden van media-aanbod voor Nederlandstaligen in het buitenland; en
- l.
het in samenwerking met publieke media-instellingen bevorderen van talentontwikkeling.
3.
Bij de uitvoering van haar taken stuurt de NPO en bevordert zij de samenwerking vanuit de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen voor het media-aanbod en het publieksbereik van de landelijke publieke mediadienst, vervat in het concessiebeleidsplan, de prestatieovereenkomst, bedoeld in artikel 2.22, de profielen van de aanbodkanalen, de afspraken, bedoeld in artikel 2.55, de regeling, bedoeld in artikel 2.57, en de begroting, bedoeld in artikel 2.147, en neemt zij bij de verzorging van het media-aanbod door de landelijke publieke media-instellingen artikel 2.88 in acht.