Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 2.147 [Begroting NPO]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 3, onderdeel b (nieuw), is voor het eerst van toepassing op de organisatie van de landelijke publieke mediadienst, de erkenningverlening, de vaststelling van uren programma-aanbod en de bekostiging voor de erkenningperiode die loopt van 01-01-2016 t/m 31-12-2020.
- Bronpublicatie:
06-11-2013, Stb. 2013, 454 (uitgifte: 15-11-2013, kamerstukken: 33541)
06-11-2013, Stb. 2013, 454 (uitgifte: 15-11-2013, kamerstukken: 33541)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2013, Stb. 2013, 472 (uitgifte: 29-11-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
25-11-2013, Stb. 2013, 471 (uitgifte: 29-11-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
De NPO dient jaarlijks vóór 15 september een begroting voor de landelijke publieke mediadienst in bij Onze Minister en het Commissariaat.
2.
De begroting bevat in elk geval:
- a.
een beschrijving van de wijze waarop door de NPO en de landelijke publieke media-instellingen invulling wordt gegeven aan het voorgenomen media-aanbod op de verschillende aanbodkanalen, met in achtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet;
- b.
een overzicht van aard en aantal van de aanbodkanalen;
- c.
de financiële middelen die voor het volgende kalenderjaar nodig zijn om de voornemens met betrekking tot de landelijke publieke mediadienst te verwezenlijken en een raming voor de daarop volgende vier jaar;
- d.
een toelichting op de onderscheiden onderdelen en begrotingsposten; en
- e.
een beschrijving van de samenwerking met de regionale en lokale publieke media-instellingen en anderen.
3.
De financiële middelen worden als volgt onderverdeeld:
- a.
de financiële middelen voor de verzorging van het media-aanbod op de verschillende aanbodkanalen;
- b.
de eigen inkomsten van de omroeporganisaties, de NOS en de NTR, die gebruikt moeten worden voor de verzorging van het media-aanbod;
- c.
de financiële middelen voor het verspreiden van het media-aanbod op de verschillende aanbodkanalen; en
- d.
de financiële middelen voor de uitvoering van de taken en werkzaamheden van de NPO.