Einde inhoudsopgave
Postregeling 2009
Artikel 7a
Geldend
Geldend vanaf 29-01-2014
- Bronpublicatie:
28-01-2014, Stcrt. 2014, 2401 (uitgifte: 28-01-2014, regelingnummer: WJZ/14007819)
- Inwerkingtreding
29-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-2014, Stcrt. 2014, 2401 (uitgifte: 28-01-2014, regelingnummer: WJZ/14007819)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
Bij de toerekening van de kosten aan de universele postdienst hanteert de verlener van de universele postdienst een kostentoerekeningsysteem dat:
- a.
voldoet aan de beginselen van marktconformiteit, proportionaliteit en integraliteit;
- b.
gebruik maakt van de berekeningsmethode activity based costing;
- c.
inzichtelijk maakt hoe de hoogte van de toe te rekenen kosten is bepaald;
- d.
de kosten zoveel mogelijk rechtstreeks toerekent;
- e.
het oorzakelijk verband aangeeft tussen de kosten en daaraan ten grondslag liggende kostenveroorzakers;
- f.
de kosten slechts eenmaal toerekent;
- g.
de toerekening van de kosten van anderen voor ieder gedeelte van de universele postdienst dat de verlener van de universele postdienst door anderen laat uitvoeren inzichtelijk maakt;
- h.
de kosten op een zodanig gedetailleerd niveau toerekent dat daarmee de daadwerkelijke kosten bepaald kunnen worden.
2.
Indien de Autoriteit Consument en Markt heeft vastgesteld dat het kostentoerekeningsysteem niet voldoet aan de in de artikelen 7 tot en met 7d gestelde eisen, brengt de verlener van de universele postdienst het kostentoerekeningsysteem binnen twee maanden na die vaststelling alsnog in overeenstemming met die eisen.