Prg. 1999, 5197
Vervolg Prg. 1999, 5088. In geval verzekeringsnemer opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt, leidt dit niet automatisch tot verlies van ieder recht op een uitkering, doch dienen over de gehele linie strenge eisen te worden gesteld aan het bewijs van schade.
Rb. Utrecht 17-03-1999, ECLI:NL:RBUTR:1999:AI9902, m.nt. L.E.M. Hendriks
- Instantie
Rechtbank Utrecht
- Datum
17 maart 1999
- Magistraten
P.W. van Schendel
- Zaaknummer
62947/HAZA96-1969
- Noot
L.E.M. Hendriks
- LJN
AI9902
- JCDI
JCDI:ADS873118:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBUTR:1999:AI9902, Uitspraak, Rechtbank Utrecht, 17‑03‑1999
- Wetingang
BW art. 6:96 lid 2 onder b; BW art. 6:96 lid 2 onder c; BW art. 6:237 aanhef onder h; Rv (oud) art. 177; K art. 251
Essentie
Vervolg Prg. 1999, 5088. In geval verzekeringsnemer opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt, leidt dit niet automatisch tot verlies van ieder recht op een uitkering, doch dienen over de gehele linie strenge eisen te worden gesteld aan het bewijs van schade.
Samenvatting
Vervolg op Rb. Utrecht 25 februari 1998, Prg. 1999, 5088, m.nt. mr. drs. M.L. Hendrikse, in welke zaak de rechtbank oordeelde, dat partiële fraude door verzekeringsnemer niet kan leiden tot verlies van elk recht op vergoeding van de schade en verzekeringsnemer in staat werd gesteld de omvang van de schade te bewijzen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.