Prg. 1999, 5088
Partiële fraude door verzekeringnemer kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet leiden tot verlies van elk recht op vergoeding van de schade.
Rb. Utrecht 25-02-1998, ECLI:NL:RBUTR:1998:AI9806, m.nt. L.E.M. Hendriks
- Instantie
Rechtbank Utrecht
- Datum
25 februari 1998
- Magistraten
P.W. van Schendel
- Zaaknummer
62947/HAZA96-1969
- Noot
L.E.M. Hendriks
- LJN
AI9806
- JCDI
JCDI:ADS873431:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBUTR:1998:AI9806, Uitspraak, Rechtbank Utrecht, 25‑02‑1998
- Wetingang
BW art. 6:237 aanhef onder h
Essentie
Partiële fraude door verzekeringnemer kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet leiden tot verlies van elk recht op vergoeding van de schade.
Samenvatting
Verzekeringnemer vordert veroordeling van verzekeraar tot betaling van ƒ 33 565 terzake brandschade, extra verblijf- en opslagkosten, inventarisatie- en afvoerkosten, en buitengerechtelijke inningskosten. Gedaagde stelt dat eiser heeft erkend dat hij een bedrag van ƒ 4585 ten onrechte en opzettelijk als schade heeft opgegeven. Daarom beroept gedaagde zich op de in de polisvoorwaarden opgenomen fraudevervalclausule, op grond waarvan iedere uitkering geweigerd mag worden.
Met verwijzing naar art. 6:237 aanhef en h BW overweegt de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.