Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2012/34/EU tot instelling van één Europese spoorwegruimte
Artikel 7 ter Onpartijdigheid van de infrastructuurbeheerder ten aanzien van het verkeersbeheer en de onderhoudsplanning
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2016
- Bronpublicatie:
14-12-2016, PbEU 2016, L 352 (uitgifte: 23-12-2016, regelingnummer: 2016/2370)
- Inwerkingtreding
24-12-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2016, PbEU 2016, L 352 (uitgifte: 23-12-2016, regelingnummer: 2016/2370)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de functies verkeersbeheer en onderhoudsplanning op transparante en niet-discriminerende wijze worden uitgeoefend en dat de personen die belast zijn met het nemen van beslissingen over die functies niet door een belangenconflict zijn aangetast.
2.
Wat verkeersbeheer betreft, zorgen de lidstaten ervoor dat spoorwegondernemingen volledig en tijdig toegang krijgen tot relevante informatie in gevallen van storingen die hen betreffen. Als de infrastructuurbeheerder verdere toegang verleent tot het proces van verkeersbeheer, doet hij dat voor de betrokken spoorwegondernemingen op transparante en niet-discriminerende wijze.
3.
Voor de langetermijnplanning van een groot onderhoud en/of een grote vernieuwing van de spoorweginfrastructuur, raadpleegt de infrastructuurbeheerder de aanvragers en houdt hij zo veel mogelijk rekening met de geuite punten van zorg.
Onderhoudswerken worden door de infrastructuurbeheerder op niet-discriminerende wijze gepland.