NJB 2013/508:Cassatie in het belang der wet. Mogelijkheid tot verlenging TBS door verlengingsrechter indien opleggingsrechter geen toepassing heeft gegeven aan art. 359 lid 7 Sv, welke bepaling een aanvullende motiveringsplicht dat sprake is van een “geweldsmisdrijf” inhoudt. Hoge raad geeft uitleg en toepassing aan EHRM 31 juli 2012, nr. 21203/10 (Van der Velden/the Netherlands). Voor de vraag of TBS op de voet van de art. 38d en 38e Sr vatbaar is voor verlenging door de verlengingsrechter, is het oordeel van de opleggingsrechter omtrent de vraag of de TBS is opgelegd ter zake van een geweldsmisdrijf beslissend. Indien de einduitspraak van de opleggingsrechter niet voldoet aan art. 359 lid 7 Sv, brengt dit echter nog niet mee dat de maatregel niet meer voor verlenging vatbaar is indien haar totale duur een periode van vier jaren te boven gaat, nu geen rechtsregel eraan in de weg staat dat de verlengingsrechter het oordeel dat sprake was van een geweldsmisdrijf besloten kan achten in de einduitspraak van de opleggingsrechter

NJB 2013/508

Cassatie in het belang der wet. Mogelijkheid tot verlenging TBS door verlengingsrechter indien opleggingsrechter geen toepassing heeft gegeven aan art. 359 lid 7 Sv, welke bepaling een aanvullende motiveringsplicht dat sprake is van een “geweldsmisdrijf” inhoudt. Hoge raad geeft uitleg en toepassing aan EHRM 31 juli 2012, nr. 21203/10 (Van der Velden/the Netherlands). Voor de vraag of TBS op de voet van de art. 38d en 38e Sr vatbaar is voor verlenging door de verlengingsrechter, is het oordeel van de opleggingsrechter omtrent de vraag of de TBS is opgelegd ter zake van een geweldsmisdrijf beslissend. Indien de einduitspraak van de opleggingsrechter niet voldoet aan art. 359 lid 7 Sv, brengt dit echter nog niet mee dat de maatregel niet meer voor verlenging vatbaar is indien haar totale duur een periode van vier jaren te boven gaat, nu geen rechtsregel eraan in de weg staat dat de verlengingsrechter het oordeel dat sprake was van een geweldsmisdrijf besloten kan achten in de einduitspraak van de opleggingsrechter

Documentgegevens:

HR 12-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8434

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 12 februari 2013
Magistraten: Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, J. Wortel, N. Jörg en V. van den Brink
Zaaknummer: 13/00259 CW
LJN: BY8434
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2013:BY8434, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BY8434, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑02‑2013
Wetingang: (EVRM art. 5; Sr art. 37a, 37b, 38d en 38e; Sv art. 359)

Essentie

Cassatie in het belang der wet. Mogelijkheid tot verlenging TBS door verlengingsrechter indien opleggingsrechter geen toepassing heeft gegeven aan art. 359 lid 7 Sv, welke bepaling een aanvullende motiveringsplicht dat sprake is van een “geweldsmisdrijf” inhoudt. Hoge raad geeft uitleg en toepassing aan EHRM 31 juli 2012, nr. 21203/10 (Van der Velden/the Netherlands). Voor de vraag of TBS op de voet van de art. 38d en 38e Sr vatbaar is voor verlenging door de verlengingsrechter, is het oordeel van de opleggingsrechter omtrent de vraag of de TBS is opgelegd ter zake van een geweldsmisdrijf beslissend. Indien de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.