AB 2018/156
Beginsel van verbod van misbruik van recht vormt algemeen beginsel van Unierecht. In geval van fraude kan nationale rechter E 101-verklaring buiten beschouwing laten. Grenzen aan beginsel van wederzijds vertrouwen.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
6 februari 2018
- Magistraten
K. Lenaerts, A. Tizzano, R. Silva de Lapuerta, M. Ilešič, J.L. da Cruz Vilaça, A. Rosas, C. Vajda, C. Toader, M. Safjan, D. Šváby, M. Berger, A. Prechal, E. Regan
- Zaaknummer
C-359/16
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- Roepnaam
Altun e.a.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS289953:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Sociale zekerheid boeten en maatregelen (V)
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:63, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 06‑02‑2018
ECLI:EU:C:2017:850, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2017
- Wetingang
Art. 4 lid 3 VEU; art. 13, 14 punt 1 onder a), art. 80 Verordening 1408/71/EEG, betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening 631/2004/EG; art. 11 lid 1 onder a Verordening 574/72/EEG, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening 118/97/EG
Essentie
Beginsel van verbod van misbruik van recht vormt algemeen beginsel van Unierecht. In geval van fraude kan nationale rechter E 101-verklaring buiten beschouwing laten. Grenzen aan beginsel van wederzijds vertrouwen.
Samenvatting
Het beginsel van loyale samenwerking gaat gepaard met het beginsel van wederzijds vertrouwen. Zolang de E 101‑verklaring niet is ingetrokken of ongeldig is verklaard in het land van afgifte, dient het bevoegde orgaan van de lidstaat waarin de werknemer arbeid verricht er dus rekening mee te houden dat de werknemer reeds is aangesloten bij de socialezekerheidsregeling van de lidstaat waar de tewerkstellende onderneming is gevestigd, zodat dit ...