NJB 2011, 470
Bij een overval, waarbij betrokken waren de verdachte en zekere A, schiet verdachte in het huis van C. (zonder dodelijke afloop) verscheidene malen op die C. De stelling dat hij zich daarbij op noodweer kan beroepen om zijn medeverdachte op wie C aan het insteken zou zijn geweest, te redden, wordt als niet aannemelijk door het hof verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet onbegrijpelijk is en dat de Hoge Raad dat oordeel van het hof verder niet kan toetsen
HR 08-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5376
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 februari 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Splinter-van Kan en Groos
- Zaaknummer
10/01615
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BO5376
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5376, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5376, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2010
- Wetingang
Sr art. 141
Essentie
Bij een overval, waarbij betrokken waren de verdachte en zekere A, schiet verdachte in het huis van C. (zonder dodelijke afloop) verscheidene malen op die C. De stelling dat hij zich daarbij op noodweer kan beroepen om zijn medeverdachte op wie C aan het insteken zou zijn geweest, te redden, wordt als niet aannemelijk door het hof verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet onbegrijpelijk is en dat de Hoge Raad dat oordeel van het hof verder niet kan toetsen
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot zeven jaren gevangenisstraf wegens (1) medeplegen van poging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.