RvdW 2019/336
Pseudo(ver)koop, Art. 126i Sv. Poging handgranaten te kopen van een politie-informant valt niet onder pseudo-koop als bedoeld in art. 126i Sv. pseudo-verkoop nu aan verdachte niets is overhandigd en dat bij de politie ook nooit de intentie aanwezig is geweest daadwerkelijk tot verkoop van handgranaten over te gaan. Art. 3 Politiewet 2012 kon als wettelijke basis dienen voor het optreden van de politie-informant.
HR 05-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:298
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/02457
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:298, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:41, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑01‑2019
Essentie
Pseudo(ver)koop, Art. 126i Sv. Poging handgranaten te kopen van een politie-informant valt niet onder pseudo-koop als bedoeld in art. 126i Sv. pseudo-verkoop nu aan verdachte niets is overhandigd en dat bij de politie ook nooit de intentie aanwezig is geweest daadwerkelijk tot verkoop van handgranaten over te gaan. Art. 3 Politiewet 2012 kon als wettelijke basis dienen voor het optreden van de politie-informant.
Partij(en)
5 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/02457
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie
tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 9 mei 2017, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.