V-N 2020/5.6:Box 3-heffing voor 2014 niet en voor 2015 wel in strijd met art. 1 EP EVRM maar hof biedt geen rechtsherstel

V-N 2020/5.6

Box 3-heffing voor 2014 niet en voor 2015 wel in strijd met art. 1 EP EVRM maar hof biedt geen rechtsherstel

Documentgegevens:

Hof Den Haag 18-12-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3425, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hof Den Haag
Datum: 18 december 2019
Magistraten: Obbink-Reijngoud, Zandhuis, Peters
Zaaknummer: BK-18/00587 en BK-18/00589
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS181754:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Brondocumenten: ECLI:NL:GHDHA:2019:3425, Uitspraak, Hof Den Haag, 18‑12‑2019
Wetingang: art. 5.2 Wet IB 2001; art. 1 EP VRM

Essentie

Hof Den Haag oordeelt dat X voor het jaar 2014 niet aannemelijk maakt dat het nominaal zonder (veel) risico's gemiddeld haalbare rendement voor 2014 lager is dan 1,2%. De gehanteerde berekeningswijze is namelijk niet in overeenstemming met de arresten van de Hoge Raad van 14 juni 2019. Voor 2015 geldt dat X dit wel aannemelijk maakt. Er is echter geen sprake van een individuele en buitensporige last.

Samenvatting

X is het niet eens met de aan haar opgelegde aanslagen IB/PVV 2014 en 2015. Volgens haar is de box 3-heffing in strijd met art. 1 EP EVRM. X overlegt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.