JWB 2011/213
Procesrecht
HR 15-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP3058
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 april 2011
- Zaaknummer
10/00175
- LJN
BP3058
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP3058, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP3058, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2011
- Wetingang
Art. 81 RO
Essentie
Procesrecht
Samenvatting
Casus
Het tijdig door eiser tot cassatie ingestelde cassatieberoep is gericht tegen een arrest van het hof, gewezen in een door eiser als eiser tegen thans verweerster in cassatie als gedaagde, aanhangig gemaakte herroepingsprocedure. Bij dit arrest heeft het hof de vordering van eiser tot herroeping van het tussen partijen gewezen arrest van het hof op de grond dat dit arrest berust op bedrog door de wederpartij in het geding gepleegd (art. 382, aanhef en onder a, Rv), afgewezen.
Rechtsvraag
Heeft het hof een onjuiste rechtsopvatting omtrent de vraag wanneer sprake is van ontdekking van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.