Einde inhoudsopgave
Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
28-03-2013, Stb. 2013, 115 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken: 33318)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2013, Stb. 2013, 116 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt behalve voor zover het betreft personen die voor 29-03-2013 recht hebben op een halfwezenuitkering in werking op 01-07-2013 en voor zover het betreft personen die voor 29-03-2013 recht hebben op een halfwezenuitkering op 01-10-2013.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Ouderdomsuitkering
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Ten aanzien van de weduwen en wezen, die aantonen, dat zij op 30 september 1959 aan weduwenpensioen onderscheidenlijk wezenonderstand, toeslag en renten of uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten, in totaal een hoger bedrag ontvingen of hadden moeten ontvangen dan dat, waarop zij aan bedoeld weduwenpensioen onderscheidenlijk wezenonderstand, toeslag, renten of uitkeringen en aan algemene nabestaandenuitkering onderscheidenlijk algemene wezenuitkering in totaal aanspraak hebben, wordt de beperking krachtens deze wet zodanig verminderd, dat zij in totaal niet minder ontvangen dan dat hogere bedrag.
2.
Renten en uitkeringen krachtens de sociale verzekeringswetten worden voor de toepassing van het vorige lid vermeerderd met de daarop verleende toe- en bijslagen anders dan ingevolge de Wet compensatie premie Algemene Ouderdomswet ongevallenrentetrekkers.
3.
Voor de vergelijking, bedoeld in het eerste lid, wordt onder het bedrag, waarop belanghebbenden in totaal aanspraak hebben, niet begrepen de verhoging van de aanpassingstoeslag, bedoeld in de artikelen 30a en 30c van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956.