NJ 2023/48
Belaging, ondanks korte periode waarin berichten zijn verstuurd.
HR 10-01-2023, ECLI:NL:HR:2023:4
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 januari 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/01535
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS686271:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:4, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1047, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2021
- Wetingang
Art. 285b Sr
Essentie
Belaging, stelselmatige inbreuk op persoonlijke levenssfeer ondanks korte periode waarin berichten zijn verstuurd.
Samenvatting
Het hof heeft kunnen oordelen dat, hoewel de door verdachte aan aangeefster verzonden e-mail- en Facebookberichten in een relatief korte periode zijn verstuurd, sprake was van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster, nu het ging om berichten van zeer dreigende aard, die kort na elkaar werden verzonden en steeds indringender werden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 1 april 2021, nummer 23-001171-18, in de strafzaak tegen [verdachte], adv.: mr. M.E. van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.