RSV 2005, 349:CRvB, 23-08-2005, nr. 04/2658 NABW, nr. 04/2659 NABW, nr. 05/2554 NABW

RSV 2005, 349

CRvB, 23-08-2005, nr. 04/2658 NABW, nr. 04/2659 NABW, nr. 05/2554 NABW

Documentgegevens:

CRvB 23-08-2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AU8023, m.nt. Rogier Stijnen

Instantie: Centrale Raad van Beroep
Datum: 23 augustus 2005
Magistraten: mr. G.A.J. van den Hurk, mr. J.M.A. van der Kolk-Severijns, mr. J.J.A. Kooijman
Zaaknummer: 04/2658 NABW
04/2659 NABW
05/2554 NABW
Noot: Rogier Stijnen
LJN: AU8023
JCDI: JCDI:ADS872519:1
Vakgebied(en): Sociale zekerheid bijstand (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:CRVB:2005:AU2199, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 23‑08‑2005
ECLI:NL:CRVB:2005:AU8023, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 23‑08‑2005
Wetingang: Abw art. 4, 14a, 51, 54, 65 en 82; WWB art. 18; Afstemmingsverordening gemeente Landgraaf art. 5; Bupo-verdrag art. 15

Essentie

Terugvordering wegens later ontvangen middelen – vermogensvaststelling - schuld aan kinderen – boete - geen benadeling

Samenvatting

Van een schuld in de zin van de Abw kan alleen sprake zijn indien de schuld bestaat ten opzichte van een niet in de bijstand begrepen persoon en aan die schuld een daadwerkelijke verplichting tot aflossing is verbonden. Aangezien de kinderen van betrokkenen gelet op het bepaalde in artikel 4, aanhef en onder c, Abw in de bijstand van betrokkenen zijn begrepen, is reeds daarom geen sprake van een schuld in de zin van artikel 51, eerste lid, Abw. Dat betrokkenen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.