JWWB 2005, 262
CRvB, 26-04-2005, nr. 03/1225NABW
CRvB 26-04-2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AT5227
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
26 april 2005
- Magistraten
mrs. G.A.J. van den Hurk, R.H.M. Roelofs en J.N.A. Bootsma
- Zaaknummer
03/1225NABW
- LJN
AT5227
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2005:AT5227, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 26‑04‑2005
- Wetingang
Algemene bijstandswet art. 7 lid 2; Algemene bijstandswet art. 7 lid 3
Essentie
Nu betrokkene tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen de afwijzing van de aanvraag om voortgezette toelating moet zij voor de toepassing van de Abw gelijk worden gesteld met een Nederlander
Samenvatting
Betrokkene is vreemdeling houder van een voorlopige vergunning tot verblijf. Zij heeft in afwachting van haar aanvraag om voortgezette toelating een bijstandsuitkering aangevraagd. De aanvraag is door de gemeente afgewezen omdat betrokkene geen vreemdeling is die op grond van artikel 7 lid 2 en 3 Abw met een Nederlander kan worden gelijkgesteld. De Raad deelt het standpunt van de gemeente niet nu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.