JABW 2003, 68
Vaststelling vermogen; saldering met schulden; familielid; negatief vermogen; voorwaardelijke opeisbaarheid; opeisbaarheid totale schuldbedrag; toekomstige onzekere gebeurtenis; daadwerkelijke aflossingsverplichting; periodieke aflossingstermijnen
CRvB 24-12-2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AF4524
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
24 december 2002
- Magistraten
Th.C. van Sloten, Th.G.M. Simons, R.M. van Male
- Zaaknummer
00/3186NABW
- LJN
AF4524
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2002:AF4524, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 24‑12‑2002
Essentie
Vaststelling vermogen; saldering met schulden; familielid; negatief vermogen; voorwaardelijke opeisbaarheid; opeisbaarheid totale schuldbedrag; toekomstige onzekere gebeurtenis; daadwerkelijke aflossingsverplichting; periodieke aflossingstermijnen
Samenvatting
Het aanvangsvermogen (1998) is vastgesteld op een negatief bedrag van ƒ 5540. Volgens betrokkene moet alsnog rekening worden gehouden met een schuld aan zijn broer van ƒ 36 250. Gesteld is dat de aflossing van de schuld vier maanden na de datum aanvraag is gestart met ƒ 100 per maand.
Onder verwijzing naar JABW 1996/198 meent de rechtbank dat geen sprake was van een onvoorwaardelijke en rechtens afdwingbare verplichting tot terugbetaling. Als voorwaarde voor de directe opeisbaarheid geldt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.