AB 2002, 280
Bestuurlijke boete; beboeting rechtspersoon waarvan de directeur-grootaandeelhouder reeds strafrechtelijk is veroordeeld; belangenafweging; evenredigheidsbeginsel; redelijke termijn.
CRvB 21-03-2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AE1890, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
21 maart 2002
- Magistraten
Van der Net, Schoemaker, Van der Wiel
- Zaaknummer
99/5473ALGEM
- Noot
O.J.D.M.L. Jansen
- LJN
AE1890
- JCDI
JCDI:ADS865050:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2002:AE1890, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 21‑03‑2002
- Wetingang
AWB art. 3:4 lid 2; AWB 4e tranche art. 5.0.1 (voorontwerp); Sr art. 51 lid 2; EVRM art. 6
Essentie
Bestuurlijke boete; beboeting rechtspersoon waarvan de directeur-grootaandeelhouder reeds strafrechtelijk is veroordeeld; belangenafweging; evenredigheidsbeginsel; redelijke termijn.
Samenvatting
Anders dan appellant is de Raad van oordeel dat de rechtbank terecht en op goede gronden heeft geoordeeld dat in een situatie als de onderhavige, waarin de directeur-grootaandeelhouder van gedaagde onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld onder meer tot betaling van een geldsom, appellant een afweging van alle betrokken belangen zal moeten maken omtrent de vraag of boetenota's moeten worden opgelegd aan de vennootschap waarvan de directeur grootaandeelhouder is en zo ja, tot op welke hoogte. Bij deze belangenafweging zal in ieder geval bezien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.