AB 2002, 166
Consequenties overschrijding redelijke termijn; burgerlijke rechter; onrechtmatige rechtspraak.
CRvB 14-12-2001, ECLI:NL:CRVB:2001:AD7719, m.nt. A.M.L. Jansen (doorbreken appèlverbod)
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
14 december 2001
- Magistraten
Janssen, Bolt, Wolleswinkel
- Zaaknummer
98/5509
98/5510
98/5511
99/3169AAW/WAO
- Noot
A.M.L. Jansen
- LJN
AD7719
- Roepnaam
doorbreken appèlverbod
- JCDI
JCDI:ADS60707:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2001:AD7719, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 14‑12‑2001
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Consequenties overschrijding redelijke termijn; burgerlijke rechter; onrechtmatige rechtspraak.
Samenvatting
Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen dient, indien een partij stelt dat de redelijke termijn van art. 6 EVRM is overschreden, de bestuursrechter zich te onthouden van een oordeel over zijn eigen aandeel in de duur van de procedure. De bestuursrechter dient zich te beperken tot de vraag of en in hoeverre een vertraging in de afdoening van het geschil aan het bestuursorgaan, partij in het geding, dient te worden toegerekend, en welke consequenties daaruit voortvloeien voor de houdbaarheid van het bestreden besluit. De beoordeling van de tijd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.