AB 2001, 96
Intrekking hoger beroep kan ongedaan worden gemaakt als er sprake is van dwaling of bedrog
CRvB 10-01-2001, ECLI:NL:CRVB:2001:ZB9147, m.nt. F.J.L. Pennings
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
10 januari 2001
- Magistraten
Van Diepenbeek, Hoogenboom, Schoor
- Zaaknummer
98/1438AAW
- Noot
F.J.L. Pennings
- LJN
ZB9147
- JCDI
JCDI:ADS865047:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2001:ZB9147, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 10‑01‑2001
- Wetingang
AWB art. 8:47 lid 3
Essentie
Intrekking hoger beroep kan ongedaan worden gemaakt als er sprake is van dwaling of bedrog.
Samenvatting
Een bevoegd gedane intrekking van een beroep na het verstrijken van de beroepstermijn kan niet ongedaan worden gemaakt, tenzij er sprake is van aan betrokkene niet toe te rekenen omstandigheden waardoor hij in een situatie van dwaling verkeerde of blijkt van dwang of bedrog van enige zijde teneinde de betrokkene ertoe te bewegen het (hoger) beroep in te trekken.
Partij(en)
A, te B, appellant,
tegen
Het Landelijk instituut sociale verzekeringen, gedaagde.
Uitspraak
I. Ontstaan en loop van het geding
Met ingang van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.