CRvB, 21-09-1999, nr. 99/457WW, nr. 99/501WW

Documentgegevens:

CRvB 21-09-1999, ECLI:NL:CRVB:1999:AA8514, m.nt. P.J. van Ogtrop

Instantie: Centrale Raad van Beroep
Datum: 21 september 1999
Magistraten: Hoogeveen, Talman, Van Sloten
Zaaknummer: 99/457WW
99/501WW
Noot: P.J. van Ogtrop
LJN: AA8514
JCDI: JCDI:ADS66966:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:CRVB:1999:AA8514, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 21‑09‑1999
Wetingang: WW (tekst sedert 1 jan. 1987) art. 27g; WW (tekst sedert 1 jan. 1987) art. 36 lid 3; WW (tekst sedert 1 jan. 1987) art. 36a; WW (tekst sedert 1 jan. 1987) art. 36b

Essentie

Beslissing tot terugvordering dient, bijzondere situaties daargelaten, tevens een beslissing inzake de (wijze van) invordering in te houden

Samenvatting

De handelwijze van het Lisv die erop neerkomt dat eerst een invorderingsbesluit wordt genomen nadat gebleken is dat er binnen zes weken geen betalingsregeling kan worden overeengekomen en er ook niet (volledig) is betaald, voldoet niet aan de eis neergelegd in art. 36 derde lid WW. Deze houdt in dat, behoudens bijzondere situaties, in de terugvorderingsbeslissing tevens de wijze van invordering dient te zijn opgenomen. De wetgever heeft beoogd dubbele procedures zoveel mogelijk te voorkomen. Van een bijzondere situatie op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.