AB 1999/464
Terug- en invordering
CRvB 21-09-1999, ECLI:NL:CRVB:1999:AA8514, m.nt. H.E. Bröring
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
21 september 1999
- Magistraten
Hoogeveen, Talman, Van Sloten
- Zaaknummer
99/457WW
99/501WW
- Noot
H.E. Bröring
- LJN
AA8514
- JCDI
JCDI:ADS864984:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1999:AA8514, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 21‑09‑1999
- Wetingang
WW art. 36 lid 3 (oud)
Essentie
Terug- en invordering.
Samenvatting
De Raad onderkent het belang van de huidige uitvoeringspraktijk voor zover dat ertoe strekt om zowel op snelle en efficiënte wijze helderheid te geven over de terugvordering als de terugbetaling zodanig te regelen, dat daarbij zoveel mogelijk onnodige onderzoeken worden voorkomen. Daartegenover staat dat uit de wetsgeschiedenis evenzeer blijkt dat met het bepaalde in art. 36 lid 3 WW beoogd is dubbele procedures zoveel mogelijk te voorkomen.
Dit aspect dwingt er, gelet ook op de wettekst, toe dat — behoudens wanneer een betalingsregeling is overeengekomen en derhalve geen dubbele procedure is te verwachten, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.