AB 1999, 245
Bijzondere bijstand; voorliggende voorziening; noodzakelijke kosten van het bestaan, proceskosten
CRvB 30-03-1999, ECLI:NL:CRVB:1999:AA8636, m.nt. H.E. Bröring
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
30 maart 1999
- Magistraten
Kasdorp, Van den Hurk, Hugenholz
- Zaaknummer
97/5836ABW
97/5837ABW
97/5838ABW
- Noot
H.E. Bröring
- LJN
AA8636
- JCDI
JCDI:ADS60681:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:1999:AA8636, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 30‑03‑1999
- Wetingang
BLN art. 18a (oud)
Essentie
Bijzondere bijstand; voorliggende voorziening; noodzakelijke kosten van het bestaan, proceskosten.
Samenvatting
De noodzaak voor het verlenen van rechtsbijstand kan in beginsel ook worden aangenomen indien op grond van de Wrb een toevoeging is verleend terzake van andere in de Nederlandse rechtssfeer liggende rechtsbelangen dan het verwerven of behouden van inkomen. Gelet op de aard van de onderhavige procedures in de kosten waarvan bijstand is gevraagd, is de Raad van oordeel dat deze kosten, te weten de kosten van de eigen bijdragen alsmede reiskosten, in de omstandigheden van appellant gerekend moeten worden tot de noodzakelijke kosten van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.