TVA 2010, 56
HR, 23-04-2010, nr. 08/02687: Areb/Ameg
HR 23-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK8097 (Areb/Ameg,Bertnsen/Goedkoop)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 april 2010
- Magistraten
mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/02687
- LJN
BK8097
- Roepnaam
Areb/Ameg
Bertnsen/Goedkoop
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BK8097, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BK8097, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑05‑2008
- Wetingang
Rv art. 1065 lid 1 sub c; Rv art. 1065 lid 4
Essentie
Art. 1065 lid 1 sub c en lid 4 Rv. Stelplicht en bewijslast.
Samenvatting
Art. 1065 lid 4 raakt de openbare orde niet. De rechter is dus niet bevoegd ambtshalve, zonder een daarop gericht partijdebat, te onderzoeken of het in die bepaling bedoelde geval zich voordoet. De stelplicht en bewijslast ten aanzien van art. 1065 lid 4 rusten op de partij die vernietiging van een arbitraal vonnis vordert.
Partij(en)
A.R. Berntsen en Areb Holding B.V., eiseres tot cassatie, advocaten: mr. M. Ynzonides en mr. E.D. van Geuns
Ameg B.V., verweerders in cassaties, advocaat: mr. M.W. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.