HR, 11-09-2009, nr. 07/13385

Documentgegevens:

HR 11-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI6317, m.nt. A. Keizer

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 11 september 2009
Zaaknummer: 07/13385
Noot: A. Keizer
LJN: BI6317
JCDI: JCDI:ADS252915:1
Vakgebied(en): Internationaal privaatrecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2009:BI6317, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI6317, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑10‑2007
Wetingang: RV art. 6; WETAB art. 13a; VN-Verdrag inzake Jurisdictional Immunities of States and their Property art. 11 lid 2[/ATL>

Essentie

Staatsimmuniteit als uitzondering op rechtsmacht Nederlandse rechter

Uitspraak

Feiten

Deze zaak gaat in op een IPR-aspect dat men in de arbeidsrechtpraktijk sporadisch tegenkomt. De casus betreft een chauffeur die sinds 1976 in dienst is bij de Marokkaanse overheid. Vanaf augustus 1986 verrichtte hij werkzaamheden — met een enkele onderbreking — bij het Consulaat-Generaal van Marokko te Rotterdam. De chauffeur wordt op 18 maart 2005 ziek en wordt de volgende maand met terugwerkende kracht ontslagen. Hij roept hierop de nietigheid van het ontslag in. In de procedure die daarop volgt, verklaart de kantonrechter zich onbevoegd vanwege de immuniteit van rechtsmacht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.