Prg. 2008, 218
Vernietiging arrest hof waarbij, anders dan in eerste aanleg, het ontslag van werknemer toch kennelijk onredelijk werd geoordeeld (met € 40 000 schadevergoeding). Onbegrijpelijk, namelijk zonder nadere motivering, oordeel hof dat werkgeefster zich in onvoldoende mate heeft ingespannen ander — passend — werk voor werknemer te zoeken.
HR 03-10-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD3941
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, J.C. van Oven, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/062HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BD3941
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD3941, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD3941, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑10‑2008
- Wetingang
BW art. 7:611; BW art. 7:681
Essentie
Ontslagrecht. Kennelijk onredelijk ontslag. Is een ontslag kennelijk onredelijk wanneer — zieke — werknemer door werkgever aangeboden andere banen heeft laten varen?
Neen, althans niet wanneer werkgever zich daadwerkelijk heeft ingespannen andere banen te zoeken en deze ook heeft aangeboden aan werknemer.
Samenvatting
De kantonrechter Sneek heeft bij vonnis van 13 juli 2005 de vordering van werknemer (chauffeur, leeftijd onbekend, 33 dienstjaren, salaris onbekend, arbeidsongeschikt van 15 december 2003 tot 1 november 2004) dat zijn ontslag op 1 november 2004 kennelijk onredelijk is alsmede de daarop gebaseerde vordering tot betaling van € 200 000 als schadevergoeding afgewezen. In appèl ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.