RAR 2008, 125
Matiging. Kan de loonvordering op grond van art. 7:680a BW worden gematigd als de vordering samenhangt met de vraag of de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd?
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2408 (Peters/Fianed)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, A. Hammerstein, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/051HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BD2408
- Roepnaam
Peters/Fianed
- JCDI
JCDI:ADS870375:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD2408, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD2408, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2007
- Wetingang
BW art. 6:248 lid 2; BW art. 7:680a
Essentie
Is matiging van de loonvordering ex art. 7:680a BW mogelijk, indien de vordering samenhangt met de vraag of sprake is van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden?
Samenvatting
Werknemer is als allround adviseur voor 12 uur per week in dienst van Fianed. Werknemer is arbeidsongeschikt geraakt. Vanaf 1 september 2002 heeft werkgever geen salaris meer betaald. Werkgever is van mening dat de arbeidsovereenkomst met werknemer per 1 september 2002 met wederzijds goedvinden is beëindigd. Werknemer betwist dit en vordert doorbetaling van loon. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst inmiddels voorwaardelijk ontbonden per 11 februari 2004. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.