TRA 2008, 6
HR, 11-07-2008, nr. C06/229HR: SVS Holland/Van Wielink
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0896, m.nt. M.D. Ruizeveld (SVS Holland/Van Wielink)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Zaaknummer
C06/229HR
- Noot
M.D. Ruizeveld
- LJN
BD0896
- Roepnaam
SVS Holland/Van Wielink
- JCDI
JCDI:ADS252962:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0896, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0896, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
- Wetingang
BW 7:685
Essentie
Optieschade na ontbindingsvergoeding
Uitspraak
Feiten
In de ontbindingsprocedure die de werkgever, SVS Holland, tegen de werknemer aanhangig heeft gemaakt, wordt aan de werknemer een ontbindingsvergoeding toegekend. Nadien vordert de werknemer van SVS Holland een vergoeding van ruim € 330 000 voor geleden optieschade. Deze opties waren aan hem toegekend door de Amerikaanse moedermaatschappij Seminis Inc en kwamen ingevolge het toepasselijke stock option plan (de optieovereenkomst) bij einde van de arbeidsovereenkomst grotendeels te vervallen.
Oordeel Hoge Raad
In cassatie oordeelt de Hoge Raad dat de werkgever bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst een verplichting heeft ‘rekening te houden’ met de door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.