RAV 2008, 90
Redelijkheid en billijkheid. Kan gestelde optieschade, die niet aan de orde is gekomen bij de vaststelling van de hoogte van de ontbindingsvergoeding, in een afzonderlijk geding beoordeeld worden?
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0896 (SVS Holland/Van Wielink)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/229HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch Kostense
- LJN
BD0896
- Roepnaam
SVS Holland/Van Wielink
- JCDI
JCDI:ADS870802:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0896, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0896, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2008
- Wetingang
BW art. 7:685
Essentie
Kan gestelde optieschade, die niet aan de orde is gekomen bij de vaststelling van de hoogte van de ontbindingsvergoeding, in een afzonderlijk geding beoordeeld worden?
Samenvatting
Verweerder was in dienst bij SVS. Vanaf 1 januari 2001 is verweerder door SVS gedetacheerd bij haar moederbedrijf Seminis. Tussen verweerder en SVS is een detacheringsovereenkomst gesloten, waarin is opgenomen dat verweerder tijdens de detachering in dienst zou blijven bij SVS. Seminis heeft aan verweerder optierechten toegekend. Op 1 oktober 2002 is de detachering geëindigd. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen verweerder en SVS ontbonden. Aan verweerder is een vergoeding op basis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.