RAR 2008, 126
Arbeidsvoorwaarden. Kan gestelde optieschade, die niet aan de orde is gekomen bij de vaststelling van de hoogte van de ontbindingsvergoeding, in een afzonderlijk geding beoordeeld worden?
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0896 (SVS Holland/Van Wielink)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/229HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch Kostense
- LJN
BD0896
- Roepnaam
SVS Holland/Van Wielink
- JCDI
JCDI:ADS870410:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0896, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0896, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2008
- Wetingang
BW art. 7:685
Essentie
Kan gestelde optieschade, die niet aan de orde is gekomen bij de vaststelling van de hoogte van de ontbindingsvergoeding, in een afzonderlijk geding beoordeeld worden?
Samenvatting
Verweerder was in dienst bij (de rechtsvoorganger van) SVS Holland. Vanaf 1 januari 2001 is hij door SVS Holland gedetacheerd bij haar moederbedrijf, het in de Verenigde Staten gevestigde Seminis. Tussen verweerder en SVS Holland is een detacheringsovereenkomst gesloten, waarin onder meer de bepaling is opgenomen dat verweerder tijdens de detachering in dienst zou blijven bij SVS Holland, die als enige bevoegd zou zijn de arbeidsrelatie met verweerder te verbreken. Seminis heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.