Ondernemingsrecht 2008, 128
HR, 11-07-2008, nr. C06/229HR: SVS Holland/Van Wielink
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0896, m.nt. F.B.J. Grapperhaus (SVS Holland/Van Wielink)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 2008
- Zaaknummer
C06/229HR
- Noot
F.B.J. Grapperhaus
- LJN
BD0896
- Roepnaam
SVS Holland/Van Wielink
- JCDI
JCDI:ADS878345:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0896, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0896, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑2008
- Wetingang
BW art. 7:685
Essentie
Het intuïtieve inzicht van de rechter omtrent vergoedingen bij einde dienstverband
Uitspraak
Feiten
Verweerder, de werknemer, was sinds 17 juli 1972 in dienst bij (de rechtsvoorganger van) SVS Holland. Met ingang van 1 januari 2001 is hij door SVS Holland gedetacheerd bij Seminis Inc., de in de Verenigde Staten gevestigde moederonderneming van SVS Holland.
Tussen de werknemer en SVS Holland is een detacheringsovereenkomst (‘Secondment Letter’) gesloten, die een looptijd had van maximaal vijf jaren. Hierin is onder meer bepaald dat de werknemer tijdens de detachering in dienst zou blijven bij SVS Holland, die als enige bevoegd zou zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.