JAR 2008, 186
HR, 13-06-2008, nr. R06/172HR
HR 13-06-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1386
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juni 2008
- Magistraten
(Mrs. Van Buchem-Spapens, Hammerstein, Van Oven)
- Zaaknummer
R06/172HR
- LJN
BD1386
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1386, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑06‑2008
- Wetingang
BW art. 7:677; BW art. 7:678
Essentie
Ontslag op staande voet commercieel directeur vennootschap wegens malversaties
Samenvatting
Het gaat in deze Antilliaanse ontslagzaak o.a. om de vraag of de werknemer, gelet op de inhoud van de opzeggingsbrief en gezien ook de aard van zijn functie en de ernst van de in de brief genoemde voorvallen, heeft moeten begrijpen dat de in de brief vermelde voorvallen slechts voorbeelden zijn van onaanvaardbaar gedrag en dat de werkgever ook tot ontslag zou zijn overgegaan als slechts een deel van de voorvallen zou komen vast te staan. Het GEA heeft de vordering van de werknemer tot herstel in zijn functie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.