FJR 2008, 62
HR, 15-02-2008, nr. C06/262HR
HR 15-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1856, m.nt. I.J. Pieters
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 februari 2008
- Zaaknummer
C06/262HR
- Noot
I.J. Pieters
- LJN
BC1856
- JCDI
JCDI:ADS877877:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1856, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2006
- Wetingang
BW art. 1:94 lid 3; BW art. 1:96 lid 2
Essentie
Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de vrouw volstaat met vergoeding van het nominale bedrag dat aan de gemeenschap is onttrokken. Zij moet een vergoeding betalen die erop neerkomt dat dit bedrag wordt vermeerderd in evenredige mate met de waardestijging van de (tweede) echtelijke woning; art. 1:94 lid 3 en art. 1:96 lid 2 BW
Uitspraak
Feiten
Partijen zijn op 28 september 1978 in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Hun huwelijk is op 17 juli 2002 ontbonden door echtscheiding. De vrouw heeft uit de nalatenschap van haar in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.