PJ 2008, 23
Eiser stelt zich op het standpunt dat het niet toesturen van een pensioenbrief door verweerster een rechtsontwikkeling is die cassatie toe zou laten ondanks dat aan verweerster is medegedeeld dat het dossier aldus eiser gesloten is.
HR 14-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB7650
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2007
- Magistraten
Beukenhorst, Van Buchem-Spapens, Bakels, Streefkerk, Asser
- Zaaknummer
C07/076HR
- Conclusie
P-G Strikwerda
- LJN
BB7650
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB7650, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB7650, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑02‑2007
- Wetingang
WAVV art. 2
Essentie
Eiser stelt zich op het standpunt dat het niet toesturen van een pensioenbrief door verweerster een rechtsontwikkeling is die cassatie toe zou laten ondanks dat aan verweerster is medegedeeld dat het dossier aldus eiser gesloten is.
Samenvatting
Na het arrest van het hof deelt de advocaat van eiseres aan advocaat van verweerster bij brief mede dat er geen cassatieberoep wordt ingesteld. In dezelfde brief wordt gesproken over pensioen. Omdat verweerster niet de pensioenbrief toestuurt aan de advocaat van eiser — daar werd van uitgegaan — stelt deze laatste (alsnog) cassatie in. Getwist wordt over de vraag of eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.