RFR 2007, 108
Familieprocesrecht. Heeft het hof het bewijsaanbod van de vrouw in een alimentatiezaak begrijpelijk uitgelegd?
HR 13-07-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3527
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2007
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R06/126HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BA3527
- JCDI
JCDI:ADS871371:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA3527, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA3527, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2007
- Wetingang
Rv art. 150
Essentie
Heeft het hof het bewijsaanbod van de vrouw in een alimentatiezaak begrijpelijk uitgelegd?
Samenvatting
In een echtscheidingsprocedure heeft de vrouw verzocht te bepalen dat de man aan haar partneralimentatie moet betalen à € 4000 per maand. De rechtbank heeft de man veroordeeld om een bedrag van € 574 per maand als partneralimentatie aan de vrouw te voldoen. Het hof heeft in zijn tussenbeschikking de vrouw ‘conform’ haar bewijsaanbod toegelaten het bewijs te leveren van haar stelling dat de man op jaarbasis tenminste € 50 000 extra inkomsten had en heeft uit de door hem gedreven autohandel. Na getuigenverhoren heeft het hof bij eindbeschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.