JOL 2007, 413:Doorbetaling loon bij ziekte: verplichting overlegging deskundigenverklaring; uitzonderingen. Gelet op de twee uitzonderingen in art. 7:629a lid 2 BW kan de door het eerste lid van deze bepaling voorgeschreven deskundigenverklaring ten eerste achterwege blijven als de ziekte van de werknemer in de procedure niet door de werkgever wordt betwist. Bij de tweede uitzondering (overleggen van de verklaring kan in redelijkheid niet van de werknemer worden gevergd) heeft de wetgever in het bijzonder gedacht aan het geval dat de werkgever vóór de procedure de ziekte van de werknemer steeds heeft erkend, maar op dat standpunt hangende het geding terugkomt en aldus de werknemer op het verkeerde been heeft gezet. Hieruit valt af te leiden dat een betwisting, die (eerst) wordt gedaan tijdens de procedure, niet tardief is. Dat bij een eerst in de procedure gedane betwisting het moment is verstreken waarop de werknemer de deskundigenverklaring over had moeten leggen, is niet bezwaarlijk omdat in dat geval de werknemer zich kan beroepen op de tweede uitzonderingsgrond.