TVA 2008, 10
HR, 25-05-2007, nr. C06/037HR
HR 25-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA2495, m.nt. J.J. van Haersolte-van Hof
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 mei 2007
- Magistraten
mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/037HR
- Conclusie
A‑G Wesseling-van Gent
- Noot
J.J. van Haersolte-van Hof
- LJN
BA2495
- JCDI
JCDI:ADS875526:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA2495, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA2495, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2005
- Wetingang
Essentie
Vernietigingsprocedure. Niet iedere schending van een procedureregel behoeft te leiden tot vernietiging. Terughoudende toepassing van art. 1065 lid 1 sub e Rv. Geen terughoudendheid bij schending van het fundamentele recht van hoor en wederhoor
Samenvatting
Wanneer een scheidsgerecht zijn oordeel in overwegende mate heeft gebaseerd op de verklaring van getuigen van één partij, terwijl het scheidsgerecht de andere partij niet in de gelegenheid heeft gesteld zich over deze verklaring uit te laten, noch gelegenheid heeft geboden voor contra-enquête, is sprake van schending van het recht op hoor en wederhoor. Niet iedere schending van de in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.